Dokument-Nr. 535
Flämische Katholiken an Benedikt XV.
Brüssel, 15. September 1917

Heilige Vader,
Eerbiedig komen wij, Vlaamsche Katholieken, tot Uwen Troon, om, met kinderlijken eerbied en liefde Uwe bescherming en hulp in te roepen in ene aangelegenheid die op ons geweten drukt.
Uwe wijsheid, Heilige Vader, is het zekker niet onbekend, dat wij, Vlamingen, sinds lang in hevigen strijd zijn om onze natuurlijkste rechten, voornamelijk om het recht op onze moedertaal.
Niettegenstaande wij de meerderheid der Belgische Bevolking uitmaken, wird onze nationaliteit door de franschsprekende minderheid, met de hulp van de Regeering steeds miskend en benadeeld.
Tot voor korten tijd was de eenige officieele taal in Beligië het Fransch. Sedert 1898 werd ook het Vlaamsch als zoodanig erkend, maar toch nooit op gelijken voet geplaatst met het Fransch. De regeeringsambtenaren die de wet moesten doen uitvoeren waren de eerste om ze te overtreden.
Onmogelijk was het ons tot nu toe, een hooger onderwijs te bekomen in onze eigen taal; aan de universiteiten wordt enkel in het Fransch gedoceerd. In het middelbaar onderwijs wird onze taal ternauwernood
21v
Ternauwernood een karig plaatsje gegund. Op de lagere scholen, de eigenlijke volksscholen wordt, met groot tijdverlies, bijna overal de fransche taal onderwezen zelfs aan kinderen die ze nooit zullen hoeven te gebruiken. Op sommige plaatsen zelfs wordt aan onze vlaamsche kinderen onderwijs gegeven met de fransche taal als voermidel, zoodat zij niet alleen jammerlijk ten achter blijven, maar zelfs niet in hunne eigene taal kunnen leeren bidden. Geheel het onderwijs is ingericht, niet met het oog op de algemeene belangen van het volk, maar enkel ten voordeele eener kleine, door bezit en invloed machtige minderheid, die zich van haar volk afgescheiden heeft, om het Fransch als omgangstaal aan te nehmen.
Hier, Heilige Vader, raken wij het euvel aan, dat ons arm vlaamsch volk nog beklagenswaardiger maakt dan andere verdrukte volken in Europa, de Ieren bijvoorbeeld en de Polen. Want die volkeren hebben ten minste hunne natuurlijke leiders bewaard: geestelijkheid, adel en hoogere burgerij werken daar eensgezind en liefdevol mede aan de verheffing en ontvoogding van hun volk. Hier, integendeel, blijven deze onverschillig, of, erger nog, voegen zich bij onze bitterste vijanden.
Het onvermijdelijke gevolg van die kloof tusschen hoogere standen en lagere volksklassen, is dat
22r
dat ons volk onder de hoogbeschaafde volkeren van West-Europa, waaronder het volgens zijne geschiedenis eene eereplaats zou moeten innemen, op den laagsten trap staat. Ons geloof hebben wij tot nu toe behouden: maar hoe diep socialisme en goddeloosheid ook bij ons reeds doorgedrongen zijn, kann ieder priester, die in onze nijverheidsstreken werkzaam is, getuigen.
Om dien wantoestand te doen ophouden, om aan den Vlaamsche Volksstam in België, evengoed als aan den Waalschen de mogelijkheid te waarborgen, eener alzijdige ontwikkeling, volgens zijnen natuurlijken aanleg en hoedanigheden, in zijne eigene taal, bestaat er slechts een afdoendmiddel, namelijk de bestuurlijke scheiding van België volgens de natuurlijke en scherpafgeteekende taalgrens. Alle andere, en vooral de door de Regeering beoogde tweetaligheid, voeren slechts tot bestendiging der bestaande misstanden.
Van deze oplossing echter wil onze Regeering niets weten: zij wil ons natuurrecht op gelijke behandeling met de franschsprekenden niet erkennen, zij streeft er nog steeds naar, in een land waar er tusschen gelijkstaande volkeren alleen, volgens natuurrecht, eendracht heerschen moet, eenheid te scheppen door verdrukking van het eene door het andere.
22v
Tevergeefs vergieten onze broeders sinds drie jaar hun bloed met stroomen voor de Regeering; toch heeft zij zich tot hiertoe nog niet laten bewegen om ons vaste beloften voor de toekomst te doen. Zelfs de onvoldoende taalwetten die wij voor den oorlog afgedwongen hadden, past zij in het onbezette gebied niet toe, zoo min in het leger als in de scholen.
Wat onze Regeering echter verwaarloosd heeft, wordt mogelijk gemaakt door de Duitsche bezetting. Zij doet het kleine gedeelte onzer rechten, dat in Belgische wetten was vastgelegd, eerbiedigen; zij geeft blijk van inzicht in onze behoeften. Hieruit kwam nieuw leven in onze nationale beweging.
Wij, Katholieken van het Aartsbisdom Mechelen, sloten ons openlijk, of ook in stilte, bij de Beweging aan, die niets nastreefde wat niet door goddelijk en menschelijk recht toegelaten is.
Toch is nu, tot onze groote spijt, onze Hoogwaardige Aartsbisschop, Zijne Eminentie Kadinaal Mercier, tegen ons opgetreden, en gebruikt hij zijn gesteelijke machten <om>1 onze taalbeweging te dwarsboomen.
Hij heeft de vraag behandeld in een toespraak tot de Eerwaarde Heeren Dekens van het Aartsbisdom op 29 Januari 1917, feestdag van den H. Fran-
23r
ciscus van Sales, in een toespraak tot de Oversten der Bisschoppelijke Colleges op 8. Juni laatstleden en in een onderrichting tot de Mechelsche seminaristen in den loop der maand Juli.
Omtrent deze toespraken van Zijne Eminentie zijn de droevigste geruchten in omloop zoowel in de pers als in Katholieke kringen.
In de laatste tijden is ook de verscherpte vijandelijkheid van Zijne Eminentie tegen de Vlaamsche belangen op andere wijzen gebleken.
Priesters en seminaristen zijn alleen om hunne politieke overtuiging en hunne nationlistische werkzaamheid gestraft geworden; andere voelen zich om dezelfde redenen met straffen bedreigd.
Daags na de toespraak van 8 Juni tot de Oversten der Aartsbisschoppelijke Colleges heeft de Eerwaarde Heer Bestuurder van Sint Norbertuscollege te Antwerpen verklaard dat het voortaan een grove doodzonde was aan Vlaamschgezinde werking te doen.
Sinds eenige weken verklaren sommige priesters aan hun biechtelingen, op gezag van Kadinaal Mercier, dat het doodzonde is activistische bladen te lezen of de bestuurlijke scheiding in België te bevorderen.
Een afgevaardigde van Zijne Eminentie,
23v
E.H.Bruyssels, kon in het Hollandsch dagblad "De Tijd" (Nr.21405 van 6. Aug. 1917) steunende op inlichtingen van Zijne Eminentie zelf, meedeelen, dat de heer Kardinaal de medewerking aan de bestuurlijke scheiding als zonde, in zware gevallen zelfs voor doodzonde verklaard heeft.
Het spreekt vanzelf dat dit gebruik van geestelijke macht in een zuiver politieke vraag verwarring sticht in het geweten der Katholieken en nadeelig ist voor den godsdienst.
Want zeer vele Vlamingen zien met droefheid hoe de Aartsbisschop veel meer ijver betoont tegen de Vlaamsche nationale beweging dan tegen de godeelooze popaganda die in België even werkzaam gevoerd wordt als voor den oorlog. En zeer velen kunnen ook niet begrijpen hoe een Kardinaal der Roomsch Kahtolieke Kerk zijne hand gaat leggen in die van vrijmetselaars, terwijl hij voor ijverige Katholieke priesters en leeken, die de belangen van hun volk voorstaan, niets overheeft dan strengheid.
Wij, Katholieken, zijn door de houding van onzen Aartsbisschop zeer gegriefd.
Wij dachten goede vaderlanders te zijn wanneer wij trachtten het recht te bekomen dat ons wettelijk toekomt; wij meenden dat het België slechts kon baten indien niet de Walen alleen, maar
24r
de twee stammen die het land bewonen tot hun volle ontwikkeling konden komen, - en Hij noemt ons verraders van het vaderland.
Wij dachten bewust te kunnen zijn dat wij strijden voor een rechtvaardige zaak, en Hij noemt onze handelwijze doodzonde.
Sommigen vreezen dat de bestuurlijke scheiding nadeel zou berokkenen aan de Katholieken in het Walenland, waar zij in de minderheid zijn, omdat zij hen van den steun der Vlaamsche Katholieken zou berooven.
Daarop antwoorden wij dat nog nooit de H. Kerk een volk verplicht heeft, aan zijn natuurrechten te verzaken ter wille van de godsdienstige belangen van een ander volk, en nog veel minder zich om welke reden ook, door een ander volk te laten verdrukken.
Overingens hebben wij nog nooit de redenen hooren uiteenzetten waarom de bestuurlijke scheiding het Katholicisme in het Walenland zou verzwakken; het dunkt ons dat wij hier slechts te doen hebben met een vage, door anti-vlaamschgezindheid ingegeven vrees.
Wij zijn integendeel overtuigd dat wij met ons streven niet het minste tegen de belangen van de Kerk en godsdienst ingaan.
Ons volk is bijna gansch Katholiek en in zijne overwegende meerderheid streng Kerkelijk ge-
24v
zind. Sedert zoolang hangt het met liefde en trouw aan Onze Moeder de Heilige Kerk en Hare Geestelijken. De Vlaamsche Beweging, die werkelijk een nationale Beweging is, en die zonder toedoen van buiten ontstond, is reeds om deze redenooit vijandig geweest aan de Kerk. Indien hare eischen vervuld worden dan is zulks in het belang van het Vlaamsche volk, dus van een gansch Katholiek volk. Het Vlaamsche volk was ook sinds lang de hechtste steun van de Katholieke partij in België. Indien nu de eerste eisch der Vlaamsche Beweging, de bestuurlijke scheiding, doorgevoerd wordt, dan zal het Katholieke Vlaanderen ongetwijfeld, nog meer dan vroeger, eene vesting zijn van het Katholicisme en van de Katholieke partij, en Vlaanderen zal in veel hooger mate een Katholiek land zijn dan vroeger. Onlangs nog heeft Kamiel Huysmans, een der Hoofden der Socialistische partij in België verklaard, niet te willen van een zelfstandig Vlaanderen, omdat zulks de onvermijdelijke zegepraal zou zijn van de reactie, d.i. van het Katholicisme. Hier is zeker in godsdienstig zoe wel als in politiek opzicht eene aanwist voor de Katholieke zaak te verwachten. Men weet dat de heerschappij der Katholieke partij reeds voor den oorlog zeer onvast stond en dat België in gevaar was, in de plaats der Katholieke Regeering, eene kerkvijandige Regeering te bekomen. Na den oorlog zou dit gevaar voor België nog veel grooter zijn. Overal waar bij ons de Fransche taal is doorgedrongen, ziet
25r
men de meerderheid zich van den godsdienst afkeeren en de Fransche verdrukkingsmaatregelen tegenover onze Moeder de Heilige Kerk goedkeuren.
Tegenover de bewering, dat de vervulling van onze nationale eischen de godsdienstige belangen schaden zou, wijzen wij op de voordeelen die daaruit voor de Kerk moeten ontstaan. Door de algemeene en stelselmatige verfransching van ons land is ook de zielezorg voortdurend verfranscht en dus in eene voor ons volk vreemde taal uitgeoefend geworden. Onze Vlaamsche geestelijken worden grootendeels in hunne studiejaren verfranscht. Zoo komt het dat de zielezorgers, vooral in de groote Vlaamsche steden, vervreemd zijn van hun parochianen en niet medevoelen met hun volk, dat de preeken ook daar dikwijls in het Fransch gehouden worden, waar het volk de Fransche taal niet verstaat. Vele priesters kunnen er in het Vlaamsch zelfs geene biecht hooren. En daar het eigenlijk volk in Vlaanderen, de boeren, de kleine – en midden-burgerij, de handwerkers – en arbeidersklasse, sinds eeuwen door en door Vlaamsch waren en trots alle pogingen tot verfransching Vlaamsch gebleven zijn, is meestal het natuurlijk gevolg daarvan dat de Fransche preeken, ofwel niet bezocht worden, ofwel, wijl zij niet verstaan worden, totaal hun doel missen. Reeds in 1842 had de Jesuitengeneraal Beckx, een geboren Vlaming, die de toestanden uit eigen aanschouwing kende, dezen wantostand klaar inge-
25v
zien en heftig aangeklaagd, en sindsdien hebben Vlaamsche geestelijken en Katholieken immer, ook in't openbaar, erop gewezen, hoezeer de Kerkelijke belangen door de verfransching in de Kerk geschaad worden. Hunne klachten belven echter vruchteloos.
In Brussel en voorsteden, waar de meerderheid der bevolking, vooral der Katholieke bevolking, nochtans Vlaamsch is, en weinig of geen Fransch kent, is de toestand nog veel erger. Op verschillende parochiën kent de pastoor geen of slechts enkele woorden Vlaamsch, en kan bijgevolg niet in betrekking komen met een groot gedeelte zijner parochianenen. Des Zondags wordt in de allermeeste kerken slechts onder eene of twee missen eene Vlaamsche onderrichtig gehouden. Duizenden Vlaamschsprekende kinderen ontvangen het onderwijs uitsluitend of bijna uitsluitend in het Fransch; ook de catechismus wordt hun in het Fransch aangeleerd; dat onderwijs in een vreemde taal vindt geen weerklank in hun ziel, zij begrijpen het niet en kunnen het niet in zich opnemen; ook hebben zij korten tijd na hunne schooljaren de gebeden en de christelijke leer heelemaal vergeten.
Dat zijn in godsdienstig opzicht de gevolgen van de verfransching in Vlaamsch België.
Beweegredenen van godsdienstigen aard voert onze Aartsbisschop in't geheel niet tegen ons aan en wij kunnen ook niet aannement, dat het godsdienstige doeleinden kunnen zijn die zijne houding
26r
tegenover het Vlaamsche volk bepalen. De Heer Kardinaal is Waal. Hij is van ganscher harte de Fransche taal en kultuur toegedaan, en staat tegenover ons volk als vreemdeling. Hij was reeds voor den oorlog, toen de Vlaamsche Beweging slechts langzaam, stap voor stap, vooruitkwam en haast geen vooruitzicht had op de vervulling van hare hoogste eischen, een openlijk tegenstander der national bewuste Vlamingen en der Vlaamsche taal. De Heer Kardinaal deelt daarbij de meening van dezendie gelooven, dat Vlaanderen een tweetalig land is, waar de Fransche en de Vlaamsche taal even verbreid zijn, en waar dus de Fransche taal als wereldtaal den voorrang verdient.
Dit is echter valsch.
Vlaanderen is eentalig, het volk kent en spreekt alleen zijne Vlaamsche moedertaal. Dat nochtans velen, hoofdzakelijk in de hoogere standen Fransch spreken, komt daardoor, dat het onderwijs, in de middelbare scholen grootendeels, aan de hoogeshool gansch, in't Fransch gegeven wordt, waardoor juist ontwikkelde kringen, eene gansch Fransche opleiding en ontwikkeling moesten ontvangen. Dat onze taal echter de hooge kultuur niet in den weg staat, bewijst de geschiedenis van ons volk in de broegere eeuwen en bewijst de geestelijke bedrijvigheid bij onze noorderburen, de Hollanders, wier taal dezelfde is als de onze.
26v
De kern en het middenpunt van onze gansche Beweging is bijgevolg het talenvraagstuk.
Dit echter geeft ons moed, om in eerbied en vertrouwen Uw oordeel in te roepen, Heilige Vader.
Wij weten dat onze Heilige Katholieke Kerk en hare hoogste gezagvoerders, de Pauzen, steeds zoowel voor elk natuurlijk recht, als voor het taalrecht der kleine volkeren opgetreden zijn. Uw eerwaarde voorganger op de Stoel van Petrus, onze Heilige Vaader Leo XIII, heeft dit herhaaldelijk met kracht gedaan en het ook de Bisschoppen tot plicht gemaakt, evenzoo te handelen. Wij herinneren ons de heerlijke woorden in Zijne Encycliek "Reputantibus" van 20 Augustus 1901 aan de Bisschoppen van Bohemen en Moravië.
Wij weten ook dat Gij zelf, Heilige Vader, reeds meermaals ten voordeele der volkeren opgetreden zijt, wier vrijheid in het gebruik hunner moedertaal onderdrukt werd.
Wij herinneren ons, dat Gij,door Uwe bul "Campria, Celtica gentis origine" van 7 Februari 1916, in Wales eene eigene kerkelijke provincie hebt ingericht voor de Keltischsprekende bevolking en daardoor de taalrechten der minderheid hebt erkend.
Wij gedenken ook verder Uwe wijze beslissing in den talenstrijd in Kanada, waar de Engelsche regeering de Fransche moedertaal der bevolking on-
27r
derdrukte, zoodat hier, in Kerk en school, dezelfde taaltoestanden heerschten als in Vlaanderen. In Uw uitvoerig schrijven van 8 September 1916 aan den Kardinaal-Aartsbisschop Bégin, van Québec, en de andere Aartsbischoppen en Bisschoppen van Kanada hebt Gij deze Kerkvoogden eraan herinnerd, dat in het plicht was voor hen den strijd onder de Katholieken nopens de taal in Kerk en school bij te leggen, en wanneer hun woord dit niet vermocht, de beslissing van den Heiligen Stoel in te roepen. Het vervult ons met blijde hoop in Uw schrijven de verzekering te lezen, dat de Heilige Stoel "causam ad justitiae et caritatis leges sic dirimet, ut fideles pace mutuamque2 benevolentiam, sicut decet sanctos, in posterum conservent".
Juist omdat wij weten, dat onze Aartsbisschop niet door gewettigde godsdienstige3 doeleinden tot zijne houding tegenover onze nationale eischen, maar veeleer door zijne Fransche geestesrichting en zijne eenzijdige voorliefede voor de Fransche kultuur gedreven wordt;
Juist omdat wij weten, dat ons doel den godsdienst geen schade kan toebrengen, maar hem veeleer moet bevorderen;
Juist omdat wij weten, dat in Polen, waar de toestand met betrekking tot het volkenrecht dezelfde is als bij ons, de Bisschoppen de geloovigen aanzetten om de voorschriften die de bezettende
27v
Macht ten gunste der volkrechten uitvaardigt nauwgezet na te leven en den door haar gestichten Staatsraad te gehoorzamen en met liefde aan te kleven;
Juist omdat wij weten, dat in gevallen als het onze een verzoekschrift aan den Heiligen Stoel steeds4 aangehoord wordt;
Daarom wenden wij ons tot U, Heilige Vader.
Ons arm volk bevindt zich in den grootsten gewetensnood.
Waarom zou voor ons doodzonde zijn, wat voor de geloovigen van andere Bisdommen toegelaten is?
Waarom zou het ons verboden zijn, op te treden voor ons goed recht, wat in andere gevallen door den Heiligen Stoel uitdrukkelijk goedgekeurd werd?
Wij verlangen toch niets anders, dan het eenvoudig recht op de gelijkwaardigheid onzer taal, en daarvoor vinden wij bij onzen Aartsbisschop geen steun. Nu, dat het recht op onze Moedertaal en op de ontwikkeling van ons nationaal volksbestaan op het punt staan verwezenlijkt te worden, gebruikt onze Aartsbisschop heel zijn geestelijke macht om te bekampen wat wij reeds bekomen hebben en om verderen vooriutgang op den weg naar ons doel te beletten.
Niemand zal eenen Bisschop het recht ontkennen zich ook op politiek gebied te begeven, wan-
28r
neer het geschiedt in overeenstemming met zijne geestelijke plichten en volgens de Pauselijke voorschriften. Maar wij weten ook, dat de Pauzen, namelijk onze Heilige Vader Leo XIII dikwijls de geestelijken aangezet heeft, om in politieke zaken terughouding en matiging te gebruiken. Wij herinneren ons de woorden van Leo XIII in de Encycliek "Constanti Hungarorum", van 11 September 1893:"Met voorzichtigheid moeten de geestelijken erop bedacht zijn, zich niet meer dan noodig is met burgerlijke of5 politieke aangelegenheden in te laten. Zij zullen dikwijls aan het woord van den Heiligen Paulus denken: "Nemo militans Deo, implicat se negotiis saecularibus: ut ei placeat, cui se probavil" (II Tim.II,4) "Zeker mogen", zooals de Heilige Gregorius de Groote zegt, "bij de zorg voor de innerlijke aangelegenheiden, de uiterlijke zorgen niet verwaarloosd worden. Namelijk wanneer de verdediging van den godsdienst en de vordering van het algemeen welzijn op het spel staan, mogen die hulpmiddelen niet ongebruikt gelaten worden, welke door tijd en omstandigheden geboden worden. Nochtans is de grootste voorzichtigheid en opmerkzaamheid noodig opdat de geestelijken den ernst en de grenzen van hun stand niet de buiten gaan en den schijn wekken, als zouden ze meer naar wereldsche dan wel naar hemelsche dingen trachten".
Wanner wij, ook onder den oorlog, aan de
28v
Opbeuring van het Vlaamsche volk werken, zijn wij overtuigd in overeenstemming te handelen met het volkenrecht en met de leering der Heilige Kerk. Wij denken daarom ook in geweten niet schuldig te zijn. Wij kennen de heerlijke woorden van Paus Leo XIII in de Encycliek "Immortale Dei" van 1 November 1885, dat geen geloovige Katholiek, wiens aanhankelijkheid aan den Apostolieken Stoel bekend is, om zijne overtuiging in staatszaken van benadeeling of geringschatting van het Katholiek Geloof mag beschuldigd worden.
Wij denken niet dat onze handelswijze met de meening van onzen Heiligen Vader Leo XIII of de andere Pauzen in tegenspraak is.
In kinderlijk vertrouwen op Uwe Wijsheid en Gerechtigkheid hebben6 wij ons tot U gewend, Heilige Vader.
Wees Gij voor ons een rechtvaardig Rechter en een Goede Vader die medelijden heeft met Zijne kinderen, welke strijden om hun heiligste goed, en erken Gijj het recht van ons Volk op eigen taal en eigen aard.
Bevrijd ons van den druk dien de louter politieke maatregelen van onzen Aartsbisschop op ons hebben gelegd, en dien medebroders uit andere Bisdommen niet kennen.
Help ons in onzen gewetensnood.
Wees Gij onze Helper en Redder in de be-
29r
nauwdheid, waarin wij ons bevinden door de miskenning van ons streven.
Erbarm U over onzen toestand en help de rechtvaardige zaak van ons Volk in dezen woeligen tijd den zege behalen.
Kinderlijk onderdanig en vertrouwend onze nooden vóór7 den voet van Uwen Troon uitgestort hebbende, smeeken wij Uwe Heiligheid ons Uwen Apostolischen Zegen te willen verleenen.
Brussel, den 15 September 1917.
Abeele, H., Brussel, Opziener Normaalscholen.
Adriaensen, J., Antwerpen, lid van den bond van het Heilige Hart.
Audenaert, E., Antwerpen, lid van den bond van het Heilige Hart.
Bellefroid, J. B., Brussel, sekretaris der Kristine Syndikaten van het arrondissement Turnhout
Belloy, C., Antwerpen, leeraar aan het Koninklijk Atheneum, lid van den Derden Regel.
Bogaerts, A., Antwerpen, lid van den bond van het Heilige Hart.
Bogaerts, Juul., Brussel, hoffdman der Katholieke Vlaamsche Studentengilde Tienen; sekretaris van den apologetischen studiekring; lid van den Katholieken mannenbond.
Borms, Aug., Dr., Antwerpen, bestuurder in het Ministerie van Wetenschap en Kunst; voorzitter van den Katholieken Vlaamschen Oudhoogstudentenbond (afd. Waasland); lid van het "Jan van Ruysbroec" genootschap.
29v
Borremans, Joz. Brussel, lid van den bond van het Heilige Sakrament; ondervoorzitter van het Davidsfond, Ukkel.
Borremans, Juul, Antwerpen, bestuurslid van den bond van het Heilige Hart van St. Amands en afgevaardigde bij het algemeen Verbond van't Heilige Hart te Antwerpen; lid van het "Jan van Ruysbroec Genootschap"; schatbewaarder van den "Oudersbond tot uitbreiding en verbetering van het Vlaamsch Katholiek onderwijs.
Broeckhoven, J., Antwerpen, lid van den Jongelingen-federatie van Borgerhout.
Celis, Frans, Antwerpen, lid van het broedershap van het Heilige Sakrament.
Cleiren, Al., Antwerpen, handelsvolmachthouder.
Constandt, Aug., Brussel, lid van de Katholieke Vakvereeniging.
Crasborn, Chr., Antwerpen, lid van den bond van het Heilige Hart.
De Clercq, Brussel, eere-lid Kring St. Josse.
De Jaegher, A., Brussel, penningmeester van den Vlaamsch Katholieken Bond van't arrondissement Brussel; bestuurslid van het Davidsfonds te Ukkel.
Dekkers, A., Antwerpen prefekt van de Kongregatie der H., Vamilie; prefekt van het Brodershap der Geloovige Zielen St. Jakobskerk.
Dekkers, Frans Antwerpen, kapelmeester van O.L.V. in St. Augustinuskerk; bestuurslid van het Genootschap van het Heilige Sakrament.
De Meyer, F., Antwerpen, hoofdschoolopziener voor het Lager Onderwijs voor Antwerpen; bestuurslid van den bond van het Heilige Hart te Borgerhout lid van St. Vincentiusgenootschap te Borgerhout.
30r
De Roeck, Remy, Brussel, lid v.d. Bond v.h.H. Sakrament.
De Vreese, Justus, Brussel, staatsbeamte-lid van den Katholieken Vlaamschen Bond Brussel.
Gillis, Const, Antwerpen, Apotheker; lid van den Katholieken Hoogstudentenbond.
Henderickx, Adelfons, Antwerpen, Advokaat; volksvertegenwoordiger, oud-kerkmeester van Heilige Hart-parochie; voorzitter van het Katholiek-Demokratisch Verbond van Antwerpen.
Heuvelmans, Brussel, sekretaris generaal van het Minsterie van Justicie.
Heyndrickx, K. Prof. Dr., Brussel, algemeen-sekretaris van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken; lid van den Katholieken Oudhoogstudentenbond; voorzitter, oud-voorzitter van "De Katholieke Gilde" en van den "Katholieken Vlaamschen Kring" van St. Niklaas.
Jacques, E., Brussel, kunstschilder, lid van de Katholieke conferentie "De Heerenvereeniging".
Keghel, A., Antwerpen, lid van der Kristene Vakvereeniging der bedienden van Handel en Nijverheid; lid van den bond van het Heilige Hart.
Kemna, A., Antwerpen, kepelmeester van O.L.V. van St. Willibrordus; ondervoozitter van het Katholiek-Demokratisch Verbond te Antwerpen; lid van den bond van het Heilige Hart.
Lambrichts, J., Brussel, voorzitter van den Vlaamsch Katholieken Bond van't arrondissement Brussel, lid van St. Vincentiusgenootschap, enz...enz.
Lauwers, C., Antwerpen, kapelmeester der Kerk van St. Willibrordus.
Leeten, Jan Leo, Brussel, algemeen opziener in het Ministerie van Nijverheid en Arbeid; oud-leeraar in het Bisschoppelijk Kollegie van Borgworm.
30v
Libbrecht, J., Brussel, algemeen bestuurder van het Lager Onderwijs bij het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten.
Luyckx, J., Antwerpen, leeraar te Antwerpen.
Luyckx, M., Antwerpen, leeraar te Antwerpen.
Maes,V. Dr., Antwerpen, lid van den bond van het Heilige Hart; lid van den Derden Regel van den H. Dominicus.
Mahieu J., Brussel, Michel-Angelo Laan 45a.
Mellaerts, L., Brussel, lid van Broedershappen en Katholieke Vlaamsche Bond.
Mertens, P., Brussel, Stud.phil.aan de Hoogeschool v. Leuven.
Mommaerts, H., Antwerpen, Ingenieur; Sekretaris van den Katholieken Vlaamschen Oud-Hoogstudentenbond der provincie Antwerpen; ondervoorzitter v.d.Kath.Vlaamschen Arrondissementsbond van Antwerpen-Buitenkantons; lid v.d. Bond v.h.H.Hart.
Neetens, O., Brussel, Aannemer; oud-leerling v.h. St. Jozefsgesticht van Geeraardsbergen.
Outrop, Lod., Antwerpen, Leider der "Concerten van Gewijde Muziek".
Peeraer, J., Antwerpen, Lid van den Oud-Studentenbond van het St. Norbertusgesticht; Oud-Assistent v.d. Kongregatie van het H.Hart, Antwerpen.
Peeters, Fl., Antwerpen, Oud-Kerkmeester van St. Amandus-parochie Antwerpen.
Perremans, Renaet, Antwerpen orgelist van St. Pauluskerk te Antwerpen, Toonkundige.
Platteau, J., Antwerpen, Oud-leerling v.St. Horbertusgesticht.
Porteau, Jan, Antwerpen, Sekretaris van het werk der Soldatenmis Antwerpen; lid der Kongregatie der H. Vamilie, Hopland, Antwerpen.
Quaeyhaege, E., Antwerpen, Oud-leerling v.h. Gesticht "Scheppers" te Alsemberg.
31r
Quaeyhaege, Joz. Antwerpen Oud-leerling v.h. Gesticht "Scheppers" te Alsemberg.
Robbrechts, R., Brussel, Lid van't Broedershap der geloovige Zielen.
Rombouts, A., Antwerpen, Oud-Prefekt der Kongregatie van O.L. Vrouw-parochie van het Heilig Hart, Antwerpen.
Schiffers, F., Antwerpen, Oud-Student van St. Horbertusgesticht; lid v.d.Bond v.h. Heilig Hart (St. Eligius).
Sips, L. J., Antwerpen, Lid van de Broedershappen van Geloovige Zielen en H. Hart in de parochie van het H. Hart; oud-voorzitter van het Kath. Demokratisch Verbond; lid van het Rerum-Novarum Komiteit; oud-ondervoozitter van het Verbond der Christene Vakvereenigingen in het Arrondissement Antwerpen.
Smedts, Arm. Dr., Antwerpen, Lid van den Bond v.h.H.Hart; lid van den Derden Regel v.H. Dominicus; lid van het "Jan Van Ruysbroec" Genootshap.
Spincemaille, J., Brussel, algemeen Bestuurder van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken; lid van de Katholieke Konferentie "De Heerenvereeniging"; lid van't Genootschap van St. Vincentius a Paulo.
Troosters, H., Brussel, lid van de Kathol. Konferentie "De Heerenvereeniging" gevestigd bij de paters Dominikanen, Sekretaris van den Kath. Vlaamschen Bond van het Arrondissement Brussel.
Van Bergen, E., Brussel, Oud-Beheerder van den Belgischen Anti-Vrijmetselaarsbond.
Van Bergen, J., Brussel, Staatsambtenaar.
Van Caeckenberoghe, Joz. Antwerpen, Stud. Med., Algemeen schrijver van het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond; oud-leerling van St. Jan Berchmanskollegie.
Van den Broeck, Joz. Brussel, Advokaat; lid van den Katholieken Oud-Hoogstudentenbond van Antwerpen.
31v
Van den Eynde, Joz., Brussel, Lid van de "Heerenvereeniging" Brussel.
Van den Heude, Alfons, Brussel, beambte aan het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen; lid van verschillende geestelijke genootschappen.
Vanderdonck, J., Antwerpen, Lid v.d.Bond v.h. H.Hart.
Van Gentszoon, Paul, Antwerpen, Oud-leerling van St. Ignatiusgesticht.
Van Hoof, J., Antwerpen, Orgellist, H.H. Michaël u. Petrus, Antwerpen, Toondichter.
Van Mieghem, R., Brussel, Gewezen onderwijzer der Kath. School v. Heverlee; lid der H. Familie en van het Kath. Verbond; lid v.d. Kristene Onderwijzersvereeniging; staatsambtenaar.
Van Roosbroeck, Joz., Antwerpen, Oud-Student v.St. Norbertusgesticht.
Van Tilborgh, Jacob, Antwerpen.
Van Wint, A., Antwerpen, Lid van den Bond van het H. Hart.
Verbruggen, E., Antwerpen, van het Genootschap van den Heiligen Franciscus Xaverius.
Verdonck, Oscar, Brussel, Lid van verscheidene Katholieke maatschappijen.
Verdonck, Richard, Brussel, Voorzitter, ondervoorzitter, schrijver en lid van verschillige Katholieke maatschappijen.
Verhees, Dr., Brussel, Algemeen sekretaris van het Ministerie van Nijverheid en Arbeid; lid en eerelid van verscheidene Katholieke maatschappijen.
Verheyden, Fr. Antwerpen, Ondervoorzitter van den Oud-Studentenbond van St. Norbertusgesticht.
Verreth, Jos. Dr., Antwerpen, Lid van den Derden Regel van den H. Franciscus.
Vets, Al., Antwerpen, Oud-Student van St. Norbertusgesticht.
Wagemans, Em., Gewezen scrhijver [sic] van den "Katholieken Vlaamschen Oud-Hoogstudentenbond van Brabant.8
32r
Echt verklaard de zeven en zeventig (77) hiernevensstaande handteekens.
verhees9
33r
Tweede lijst der handteekeningen.
Brockstael Juul., Huysingen. Beambte bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Oud-leerling van St. Jozefsgesticht van Geeraardsbergen en van St. Aloysiusgesticht van Brussel.
Boutridder, Halle. Sociale werker.
Boon Jan, Halle. Beambte, oudleerling van O.L. Vrouwgesticht.
Borremans R., Halle. Beambte bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid.
Callebaut A, Halle. Lid van St. Vinventiusgenootschap op St. Rochusparochie te Halle.
De Bast L., Halle. Katholiek hoogstudent; oud-leerling van het bisschoppelijk kollegie van Edingen; lid van St. Martinuskring.
De Chrem J., Halle. Sociale werker.
De Maegt Joris, Halle. Onderwijzer.
De Rooy Lode, Heyst-op-den-Berg. Ingenieur; oud-leerling van St. Stanislasgesticht van Berchem- bij Antwerpen; schrijver van den Vlaamsch-Katholieken Studiekring van Heyst-op-den-Berg.
De Smedt J.R., Brussel. Advokaat; lid van de Derde Orde van St. Franciscus.
De Sutter J., Brussel. Beambte bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid; oud-leerling van St. Jozefsgesticht van St. Niklaas (Waas). Lid van de Kongregatie van O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen. Lid van het Katholiek-Dekokratisch [sic] Verbond van St. Niklaas (Waas).
33v
De Tiège L., Heverlee. Beambte bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Lid van den Bond: "Apostolaat des Gebeds"; lid van St. Quirinusbond; oud-leerling van het Kollegie der H. Drievuldigheid en St. Pieterskollegie te Leuven.
Gillebertus H., Brussel. Handelaar; oud-geementeraadslid; eere-voorzitter der Maatschppij [sic] "Providentia" St. Barbara.
Goemans L. Dr., Leuven. Leeraar; lid van den Bond van het H. Hart; lid van de sodaliteit der Heeren.
Gijssels August, Halle. Oud-katholiek onderwijzer van de Parochieschool te Halle; staatsbeambte.
Heuvelmans Flor., Brussel. Sekretaris-Generaal van het Ministerie van Justitie. Oud-Volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Oud-Voorzitter van de Rechtbank van politie te Antwerpen. Oud-leerling van het O.L. Vrouwkollegie der Jezuiten te Antwerpen en van de Katholieke Hoogeschool van Leuven.
Ickx Th., Kessel-Loo. Beambte bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Lid van den Bond van het H. Hart en van den Bond Pius X. Oud-leerling van St. Pieterskollegie te Leuven.
Jacobs Joz., Halle. Lid van de "sodaliteit" en oud-leerling der Christene Zondagschool.
Jossa J., Leuven. Verzekeringsbestuurder bij den Katholieken Belgischen Boerenbond. Bestuurslid van den Katholieken Vlaamschen Arrondissementsbond te Leuven. Lid der Kongregatie van O.L. Vrouw (Sodaliteit) Leuven.
Lagare P.Dr., Leuven. Leeraar; oud-student der hoogeschool van Leuven.
34r
Matthijs Juul., Halle. Katholiek-onderwijzer der Parochieschool en leeraar in turnen. Lid van de Sodaliteit.
Mertens V., Brussel. Beambte bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Bestuurslid van den Katholieken Vlaamschen Arrondissementsbond van Brussel.
Reekmans, Herm., Leuven. Bureelhoofd in de verzekeringsafdeeling van den Belgischen Boerenbond. Bestuurslid van den oud-leerlingenbond der Broeders van Liefde. Lid van de Eerewacht van het H. Sakrament.
Reekmans Joz., Leuven. Drukker-uitgever; lid van de Sodaliteit der Heeren en der Derde Orde van den H. Franciscus van Assisie.
Schopp Joz. Dr., Leuven. Oud-Student der Alma Mater van Leuven.
Stoppie Joz., Halle. Katholiek-onderwijzer der Parochieschool van Halle; voorzitter van den Bond van het H.Hart te halle; Lid van St. Martinuskring.
Tassignon J., Halle. Katholiek student.
Theunen Joz., Boom. Stud. Phil. aan de Katholieke Hoogeschool van Leuven.
Tritsmans R., Leuven. Ingenieur; oud-student der Katholieke Hoogeschool van Leuven; lid van de Derde Orde van St. Franciscus.
Turcksin C., Buysingen. Beambte bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Oudleerling van O.L. Vrouwgesticht en van St. Jorisgesticht te Brussel.
Vanderstukken Joz. Leuven. Lid van de Sodaliteit der Heeren; bestuurder van het Katholiek weekblad: "De Gazet van Leuven"; staatsambtenaar.
34v
Vandezande V., Heverlee. Dienstoend schoolhoofd aan de gemeenteschool van Heverlee.
Van Dieren E., Leuven. Lid van den Katholieken Landsbond.
Van Dyck Joz. Halle. Bestuurder der Katholieke Parochieschool van Halle; schrijver van den Kristen-socialen Studiekring; bestuurslid van het Davidsfonds.
Van Haeren, Brussel. Staatsambtenaar; Oud-katholiek onderwijzer van 1879.

echt verklaard de vijf-endertig handteckens (35) hierboven.
1Masch. nachträglich eingefügt.
2Hds. getrennt.
3Hds. getrennt.
4Hds. korrigiert
5Masch. korrigiert.
6Hds. getrennt.
7Akzente hds. eingefügt.
8Anführungszeichen oben fehlen.
9Zwei weitere Unterschriften unlesbar.
Empfohlene Zitierweise
Flämische Katholiken an BenediktXV. vom 15. September 1917, Anlage, in: 'Kritische Online-Edition der Nuntiaturberichte Eugenio Pacellis (1917-1929)', Dokument Nr. 535, URL: www.pacelli-edition.de/Dokument/535. Letzter Zugriff am: 28.03.2024.
Online seit 24.03.2010, letzte Änderung am 20.01.2020.